•    Identificeer de activiteiten die u moet doen en deze die u graag zou doen.
•    Elimineer de activiteiten die niet noodzakelijk zijn.
•    Vergeet niet om activiteiten te doen die u ontspannen en die je toelaten uw energie aan te vullen.
•     Vergeet niet om aandacht te besteden aan ontspanning en hobby's !

•     Blijf actief volgens je mogelijkheden.
•     Stel een realistisch schema op voor dag, week of maand.
•     Probeer de tijdstippen van de dag te bepalen waar uw energie-niveau het hoogst of het laagst is.
•    Probeer de activiteiten waarvoor u de meeste energie nodig hebt te plannen op het moment van de dag waar je energie het hoogst is.

•     Identificeer uw grenzen en houdt u eraan.
•     Verminder uw ritme: een lagere tempo vereist minder energie.
•     Vermijd u te haasten, zelfs als u iemand bent die moeite heeft om te vertragen.
•    Doe afwisselend moeilijke en gemakkelijker taken.
•     Probeer niet om alles terzelfdertijd te doen.
•     Deel moeilijke taken op in kleinere taken.
•     Neem pauzes.
•     Zorg ervoor dat u goede slaapgewoonten ontwikkelt.

Wijzig uw houding :
•    Let vooral op uw houding wanneer u een activiteit uitvoert.
•     Besteed aandacht aan de bewegingen die het meest kortademigheid of vermoeidheid veroorzaken en probeer ze zoveel mogelijk te voorkomen.
•    Probeer te werken terwijl je op je ellebogen en/of je armen steunt.
•    Werk op een hoogte die u toelaat een goede houding aan te nemen.
•    Probeert de meeste van uw activiteiten zittend te doen.
•    Draag geen zware voorwerpen: het is gemakkelijker om objecten te duwen, te trekken, of te slepen.

Organiseer uw omgeving :
•    Organiseer uw opslagruimten zodat ge u minder moet buigen of rekken om iets te bereiken.
•    Koop de objecten die u het meest gebruikt dubbel.
•    Organiseer uw opslagruimte op een manier dat de objecten zich op een hoogte bevinden tussen uw knieën en uw ellebogen, meer bepaald zware voorwerpen en deze die je het vaakst gebruikt.

•    Gebruik de techniek van getuite lippen wanneer u fysieke inspanningen doet:
1. Adem traag gedurende ongeveer twee seconden in door uw neus.



2. Adem rustig uit door de mond gedurende 4 seconden terwijl u uw lippen op elkaar houdt zoals wanneer u fluit of een kaars uitblaast.
(Het uitademen moet twee keer zo lang duren als het inademen).


•    Adem uit wanneer u een inspanning moet doen.
•    Herinner u dat te snel ademhalen uw vijand is.Umoet teveel energie verbruiken om weinig lucht te verplaatsen, daar waar een tragere ademhaling u meer lucht laat mobiliseren met minder energie.

•    Probeer om geduldig en tolerant te zijn met jezelf en met je omgeving.
•    Behoud uw zin voor humor.
•    Zie jezelf als iemand die het beste maakt van wat hij heeft, inplaats van als een slachtoffer van uw ziekte.